Bij Dutch for Kids zijn we er dol op. Zelf vind ik het lezen met tweetalige kinderen altijd zó leuk. De zelfverzonnen woorden die ertussendoor komen zeilen, de vragen die ik krijg en de lol die we kunnen hebben over grappige Nederlandse woorden.
In dit blogbericht vind je tips om (meer) te lezen met je meertalige kindje. Ik leg het belang van voorlezen uit, wat je eraan kunt doen om meer regelmaat in het lezen in te bouwen en een stukje aanpak.
Hopelijk geeft het je handvatten om nog meer samen in de boeken te duiken en zo de woordenschat, het tekstbegrip en luistervaardigheid van je kindje op een speelse manier te verbeteren.
Samen met een boekje op de bank of in bed
Over het algemeen zijn kinderen gek op boeken. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met het kijken naar plaatjes in boeken en met het voorlezen van verhaaltjes. Met je kindje op schoot of tegen je aan, creëer je zo ook nog eens een heerlijk momentje voor zowel ouder als kind. Kruip op de bank of neem wat extra tijd tijdens het naar bed brengen en … geniet!
Wat is het belang van samen lezen?
Voorlezen is belangrijk voor het leren van taal en het leren spreken van taal. Het kind leert nieuwe woorden, deze woorden worden gekoppeld aan contexten. Het kind leert zich te concentreren en het leert verhalen te begrijpen. Het leert zinsconstructies. Verder wordt tijdens het voorlezen de fantasie geprikkeld en worden luistervaardigheden getraind.
Wat kun je nog meer doen behalve voorlezen?
Door alleen voor te lezen, bereik je niet alle bovenstaande belangrijke zaken. We geven graag wat ideeën hoe je jouw kind bij het leesmoment kunt betrekken en hoe je zijn ontwikkeling kunt stimuleren.
1. Zoek samen een boek uit.
Bekijk de voorkant en de achterkant en blader er even doorheen. Vraag je kind waar het denkt dat het boek over zal gaan.
2. Kijk naar de illustraties.
Wat ziet je kind? Wat wekt zijn belangstelling? Waar wordt het enthousiast van? Laat het vertellen. Neem de tijd om naar de illustraties te kijken.
3. Stop tijdens het lezen bij moeilijke woorden.
Vraag of het weet wat het woord betekent. Zo niet, leg het dan uit. Kom je een illustratie tegen? Praat daar dan ook samen over.
4. Stel zoveel mogelijk open vragen.
Op deze manier gaat je kind vanzelf mooie zinnen vormen.
5. Sta open voor eigen verhalen en ervaringen aansluitend op het verhaal.
Laat het kind lekker vertellen. Verbeter geen fouten, maar geef fouten gecorrigeerd terug. Zegt je kind bijvoorbeeld: ‘Ik heb dat zelf nog nooit gevind.’ Antwoord dan door te zeggen: ‘Wat jammer zeg, dat je dat nog nooit gevonden hebt’. Je kunt de klok er bijna op gelijk zetten dat je kind het woord de volgende keer goed gebruikt.
6. Rond het leesmomentje af.
Rond af aan het einde van een alinea of een hoofdstuk of als je merkt dat de concentratie van je kind afneemt. Laat je kind een voorspelling doen over hoe het denkt dat het verhaal verder zal gaan.
Hier heeft het zijn fantasie en zijn inlevingsvermogen voor nodig. En het wordt uitgedaagd op zoek te gaan naar mogelijke oplossingen voor problemen (die zich voordoen in het verhaal).
7. Bouw regelmaat in
Probeer een paar keer per week zo’n momentje te plannen met je kind.
8. Geniet van elkaar!
De kracht van herhaling
Vooral kleine kinderen houden van herhaling. Is een favoriet boek(je) in jullie bezit? Laat het dan na een tijdje weer eens in huis ‘rondzwerven’. Hoe vaker woorden en verhalen worden aangeboden, hoe groter de kans is dat woorden opgenomen in de actieve woordenschat van het kind. Ook snapt je kind het verhaal bij de tweede of derde keer beter.
We wensen jullie veel heerlijke momentjes met elkaar!
